Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], De HEERE dan vergelde aan een iegelijk zijn [34]gerechtigheid en zijn getrouwheid; want de HEERE had u heden in [mijn] hand gegeven; maar ik heb mijn hand niet willen uitsteken, [35]aan den gezalfde des HEEREN. 34. Dat is, naardat een iegelijk oprechtelijk gehandeld en trouw en geloof gehouden heeft. 35. Dat is, aan u, die de gezalfde des Heeren zijt.